Over sneeuw in februari en zo.
Februari 2021. Wat kan ik erover zeggen.
SNEEUW!!!
Wat een verrassing!
Bij de eerste sneeuwvlokken begon het bij mij al te kriebelen. Het was bijna zover. Bijna. Als er genoeg sneeuw valt dan mag ik…..SNEEUWSCHUIVEN!!!
Ik denk dat ik een van de weinige Nederlanders ben die dit oprecht een leuk klusje vind. Ja echt.
Toen ik nog in een bovenwoning woonde (voordat ik W leerde kennen) had ik ook een sneeuwschuiver. Niet voor mezelf, want ik had geen sneeuw voor de deur en geen stoep en ook geen auto. Ik had die sneeuwschuiver zodat ik mijn medeflatbewoners kon helpen hun stoep schoon te maken en hun auto’s uit te graven. Ja serieus. Dat vond ik zó leuk.
Later toen ik met W in Zwolle woonde, hadden we een eengezinswoning. Een hoekwoning zelfs. Met aan drie kanten een stoep. Dus als het sneeuwde was ik enorm in mijn nopjes.
Terwijl we de winter al min of meer hadden opgegeven begon het te sneeuwen. Stuifsneeuw zelfs. Dat zorgde voor een sneeuwberg in onze voortuin die zelfs een deel van het raam bedekte.
Nou wil het geval dat wij gek genoeg geen stoep om het huis hebben, maar meteen de straat. Desalniettemin viel er genoeg sneeuw te schuiven. De meeste mensen wachten tot het stopt met sneeuwen voordat ze gaan sneeuwschuiven. Ik niet. Ik ben de eerste echte sneeuwdag minstens drie keer aan het sneeuwschuiven geweest. En ’s avonds ook nog. De volgende ochtend stond ik vroeg op om W zijn auto uit te graven. Achter huis moest natuurlijk ook een pad worden vrijgemaakt zodat ik de tuinvogels kon blijven verzorgen. Ik zie sneeuwschuiven niet als een straf, maar als gratis fitness in de buitenlucht.
Toen het na een paar dagen was opgehouden met sneeuwen ben ik gaan wandelen. Bovenstaande foto zou zomaar in het bos kunnen zijn genomen. Niets is minder waar. Dit is gewoon in mijn wijk. Nou ja, net buiten mijn wijk. Dit pad loopt tussen de huizen en de volkstuintjes door. Daarnaast heb je, achter de geluidswal, de snelweg. Ik heb zelfs een specht gezien. Ik hoorde hem trouwens voordat ik hem zag. Tegen de tijd dat ik had ontdekt waar hij zat vloog hij weg.
Bij de ingang van de volkstuinen staat dit megagrote insectenhotel. Het torende boven mij uit, zo groot. Ik vind hem zo mooi.
Twee dagen later heb ik dezelfde route weer gewandeld met W. Nu in tegengestelde richting. Omdat het ijs bevroren was waren er mensen aan het schaatsen aan de overkant van deze plas.
Daar heb ik mij maar niet aan gewaagd.
Een aantal jaar geleden, ongeveer tien denk ik, heb ik nog geschaatst op de Kleine Beulakerwiede in Sint Jansklooster. Ik had al heel lang niet meer op de schaatsen gestaan en dacht dat ik het nog niet verleerd zou zijn. In mijn jeugd kon ik behoorlijk hard schaatsen op kunstschaatsen. Vooruit pootje over, achteruit kon ik ook heel snel, gehurkt, op één been zowel voor als achteruit, zelfs een heel klein sprongetje. Als je jong bent ken/zie je geen gevaar. Ik had een perfect evenwicht en voelde me totaal thuis op het ijs. Elk moment dat het kon werd aangegrepen om te gaan schaatsen.
Hoe anders was dat tien jaar geleden. W had zijn schaatsen nog. Ik kocht een prachtig paar kunstschaatsen. Ik had me leuk aangekleed. Strakke broek, want een wijde broek staat niet boven kunstschaatsen, en beenwarmers. Ik droeg een jas die me niet zou belemmeren tijdens het schaatsen. Leuke muts op, sjaal om en handschoenen aan. Een plaatje vond ik zelf. Ik bond de schaatsen onder. Ik stapte op het ijs en wist één ding heel zeker. Schaatsen kun je verleren. Ik stond te wankelen op mijn benen en had moeite om mijn evenwicht te bewaren. Zo zeker als ik van mezelf was in mijn jeugd, zo onzeker was ik nu. Maar goed, ik was niet van plan om meteen al op te geven. Ik begon rustig vooruit te schaatsen, verloor een paar keer bijna mijn evenwicht, maar wist op de been (schaats) te blijven. Ik durfde zelfs wat vaart te maken. Na een paar minuten kreeg ik wat meer zelfvertrouwen. Ik maakte nog meer vaart en ook dat ging goed. En toen bleef ik met de punt van de schaats in het ijs steken en ging plat op mijn buik. Ik hoorde een krak uit mijn borstkast komen. Ik brak mijn val met mijn handen. Mijn knieën raakten het ijs ook best hard. Ik schrok behoorlijk en snakte even naar adem. W kwam er snel aangeschaatst. Althans zo snel als hij kon. Hij had tenslotte ook al een poos niet meer geschaatst. Ik kreeg het voor elkaar om op te staan, verzekerde W ervan dat alles in orde was, en begon weer te schaatsen. Het ging wel redelijk alhoewel ik wel wat pijn had. Op de terugweg durfde ik weer wat vaart te maken en ja hoor. Weer viel ik voorover op het ijs. Op precies dezelfde manier. Toen vond ik het welletjes en schaatste terug naar de kant, deed mijn schaatsen uit en liep terug naar het huis van mijn schoonouders. Daar aangekomen begon ik wat op te warmen. Na een poosje ging mijn skinnyjeans behoorlijk strak zitten. Mijn knieën werden steeds dikker. Wat moest ik nou doen? Ik besloot dat het beter was om mijn broek aan te houden. Ik zag het niet zitten om in mijn onderbroek te gaan zitten in het bijzijn van mijn schoonouders en mijn zwagers. En ik wist ook niet zeker of ik de broek wel weer aan zou kunnen krijgen wanneer we weer naar huis zouden gaan.
Om een lang verhaal kort te maken. Rib gekneusd, polsen verstuikt, bindweefsel van beide knieën gescheurd. Dat laatste heeft een jaar geduurd voordat het hersteld was. Voordat ik weer op mijn knieën kon zitten zonder pijn.
Dus nee, ik heb niet geschaatst deze winter. Mijn kunstschaatsen liggen heel mooi te wezen in een doos achter het knieschot op zolder.
Nadat alle sneeuw gesmolten was en het ijs verdwenen was werd het waarachtig prachtig weer. Het werd zelfs zo warm dat de lieveheersbeestjes allemaal tegelijk wakker werden. Die grepen meteen hun kans om baby-lieveheersbeestjes te gaan maken. Deze zaten in mijn kas. En ja, ik moet de ramen in de kas nog wassen.
Ter voorbereiding van het aankomende moestuinseizoen besloot ik van twee vierkantemeter moestuinbakken, één vierkantemetermoestuinbak te maken. Ik ben dagen bezig geweest om de grond die erin zat vrij te maken van wortels, van de planten die erin hebben gezeten, en van heel veel kleine witte wormpjes, grijze wormpjes slakkeneitjes, maden en regenwormen. Met die laatste was ik dan wel weer blij. Die verplaatste ik naar de moestuin.
Vooralsnog ziet de vierkantemetermoestuinbak-XL er zo uit. We moeten hem nog netjes afwerken.
Wat de moestuinplannen voor dit jaar zijn vertel ik je over een poosje. Als het er de tijd voor is.
Hoe Fenna en Phoebe de sneeuw hebben beleefd vertel ik je later deze week.
Fijne dag.
0 reacties