Selecteer een pagina

Wat ruik ik toch?

door | dec 2, 2020

Mijn allereerste zelfgebreide trui. Wat een heerlijke trui! Ik heb hem een week lang bijna elke dag gedragen. Gisteren heb ik hem voor het eerst gewassen. Op een wolwasprogramma op 30°C. In het vakje voor de wasverzachter deed ik, zoals altijd, een beetje natuurazijn. Ik kan namelijk niet tegen wasverzachter. Daar krijg ik jeuk van. En ik vind het ook vies. Er zit dan een vies laagje op de kleding en daar hou ik niet van. Ik had al besloten dat ik de trui liggend zou laten drogen. Omdat er zoveel rek in zit zou de trui helemaal uit model gaan zakken als ik hem, zoals ik bij bijna alle bovenkleding, op een kledinghanger zou laten drogen.

Ik haalde de trui uit de wasmachine en rook een geur. Mijn trui had een geur! Ik wist niet zeker of ik het lekker of vies moest vinden. Het was in ieder geval niet een geur die ik lang zou kunnen verdragen. Het begon te kriebelen in mijn neus. Gelukkig was de trui niet gekrompen in de was en zagen de steken er nog steeds mooi uit. Ik legde de trui plat te drogen. Ik rook er nog een paar keer aan en zette het raam open. Wel deed ik de raamhor dicht. Ik denk dat wat ik rook de geur was van merinowol. Misschien ruikt alle wol wel zo. Daar heb ik geen ervaring mee. Omdat ik het zo sterk vond ruiken vinden de motten dat vast ook. Vandaar dat de raamhor dicht ging.

Ik heb verder weinig kleding waar wol in zit. Voor de meeste wol ben ik allergisch, behalve voor merinowol. En, zo bleek een poosje terug, ook niet voor cashmere. Toen ik dit groene vestje kocht had ik niet op het label gekeken. Als ik had gezien dat er wol in zat had ik het nooit gekocht. Maar nu blijk ik dus wel tegen cashmere kan. Ik draag dat vestje ’s zomers op de blote huid en niks geen jeuk. Dit vestje ruikt niet naar wol. Ook heb ik vier paar wollen sokken en die ruiken ook niet naar wol.

Een uur later ging ik weer ruiken. Nog steeds die geur.
Ik ging die dag nog een paar keer ruiken. De geur werd steeds minder intens.
Nog later rook ik de natuurazijn! Dat heb ik nog nooit meegemaakt. 
Vandaag ruikt de trui niet meer naar natuurazijn en ook niet meer naar wol. Alhoewel, heel af en toe krijg ik er een vleugje van mee. Omdat ik zeker wil zijn dat de trui helemaal droog is voordat ik hem in de kast leg, laat ik hem nog een dag en een nacht liggen. Daarna ga ik hem opbergen. Ik denk dat ik er een heleboel mottenballen bij leg. Of ertussen. Dat moet ik dan wel goed onthouden anders rollen de mottenballen over de grond als ik de trui uit de kast haal. 

Ik heb nog meer kleuren van die wol. Met deze bruine kleur ben ik begonnen aan precies dezelfde trui. Nu gebruik ik echter naald nummer 6 voor de tricotsteek en naald nummer 4 voor de boord.
Ik brei hem, zoals ik de vorige keer al zei, in het rond van beneden naar boven. Natuurlijk gaat deze trui ook dezelfde geur afgeven als ik hem ga wassen. Maar eerst moet ik hem maar eens gaan breien. 

Fijne week.

 

 

Archief

0 reacties